Murray kreeg een nachtmerrie. Hij zag zijn vriend en de moordernaar. Hij schrok wakker. En keek omzich heen. Hij zag Ashley. En keek even naar haar en glimlachtte. HIj ging van het bed af. En deed zijn schoenen aan. Hij pakte zijn vest. En pakte daarna een briefje met pen.
hey Ashley..
ik weet denk ik wie de moordernaar is misschien is het dom wat ik doe maar ik kan niet anders. maak je geen zorgen ik weet wat ik doe.. denk ik..
Murray zuchtte diep. En legde het briefje bij Ashley. Hij twijfelde even maar liep toch zachtjes de kamer uit. HIj keek nog even naar Ashley en rende daarna weg.